BayWa r.e. ontwikkelt windparken samen met de lokale gemeenschap. Het is onze belofte om te zorgen voor een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten. Wilt u meer weten over de ontwikkeling van windparken door BayWa r.e.? Bekijk onze veelgestelde vragen.
Natuur en duurzaamheid
- Hoe zal het project het omliggende natuurgebied versterken?
Wij hebben de intentie om samen met de omgeving in gesprek te gaan om het omliggende natuurgebied zoveel mogelijk te versterken, en waar nodig te compenseren.
Wij gaan graag in gesprek met de lokale gemeenschap over hoe de natuurlijke omgeving het beste ondersteund kan worden. Heeft u zelf ideeën? Neem gerust contact met ons op.
- Wat is de impact op vogelpopulaties?
Het kan voorkomen dat vogels geraakt wordt door een windmolen of dat het vogels afschrikt. Alle windparken moeten voldoen aan de Wet natuurbescherming. De voetafdruk van een windmolen is overigens klein en landdieren zullen er geen last van hebben.
Wij staan achter het standpunt van de Vogelbescherming dat windmolens van belang zijn om klimaatverandering te beperken en dat de keuze voor een windpark onderdeel moet zijn van een integrale aanpak. Om de ecologische impact zoveel mogelijk tot een minimum te houden zullen wij ecologen inschakelen om de omgeving van het windpark te monitoren.
- Hoe lang tot de CO₂ is terugverdiend door een windmolen?
Als een windmolen 3 tot 6 maanden heeft gedraaid, is de energie die nodig is voor de productie terugverdiend.
- Wat gebeurt er met afgeschreven windmolens?
Windturbines gaan 20 tot 25 jaar mee. Fundering, mast en bedrading van windturbines zijn voor ongeveer 85 tot 90 procent recyclebaar. De materialen voor oude bladen kunnen worden gebruikt als toevoeging in bouwmaterialen, bijvoorbeeld als vezelbeton.
In Europees verband wordt er op dit moment uitgebreid onderzoek gedaan naar hoe ook de bladen hergebruikt kunnen worden bij nieuwe windturbines. Alle Europese leveranciers hebben doelstellingen gesteld op dit vlak.
Wellicht zijn er na de levensduur van de windmolens andere vormen van duurzame energie beschikbaar. In dat geval kunnen de windmolens weggehaald worden zonder schade aan het landschap achter te laten. De kosten van het opruimen van de turbines inclusief de restmaterialen komen voor rekening van de exploitant.
Participatie
- Hoe worden bewoners, ondernemers en organisaties in de omgeving betrokken?
Als uitgangspunt hanteren wij dat de omgeving niet alleen de lasten, maar ook de lusten van windpark moet ondervinden. We maken alles bespreekbaar en willen samen met de directe omgeving opzoek naar de juiste inpassing van de participatiemogelijkheden. Voorbeelden van participatiemogelijkheden zijn:
- Inspraak op de vormgeving van het windpark
- Inspraak op de besteding van het omgevingsfonds (sponsoren sportclubs en culturele instellingen, ontwikkeling natuur en recreatie, budget verduurzaming etc.)
- Mee investeren in het windpark via lokale coöperatie
Ook komt er een omgevingsfonds en burenregeling die gevuld wordt met de opbrengsten uit het windpark.
- Waarom zou ik lid worden van een energiecoöperatie?
Het doel van BayWa r.e. is dat de leden van een lokale energiecoöperatie 50% eigenaar worden van het windpark. Zo kunt u niet alleen meeprofiteren, maar ook meedenken over de uiteindelijke vorm van het windpark. Ook beheert de energiecoöperatie het omgevingsfonds en kan vanuit de energiecoöperatie lokale goedkope stroom voor omwonenden binnen een door de coöperatie afgestemde afstand van het windpark geregeld worden.
- Hoe en waar kan ik bezwaar maken als ik het niet eens ben met de plannen?
Uw mening telt. Tijdens het maken van de plannen kunt u participeren. Nadat de plannen zijn afgerond wordt de formele besluitvorming gestart. Formeel bezwaar aantekenen tegen de plannen kan in de vergunningsfase. De ontwerp-omgevingsvergunning en het projectMER, waarin de uitkomsten van de milieuonderzoeken zijn opgenomen liggen dan ter inzage. Daar kunt u een zienswijze op indienen, die de gemeenteraad meeweegt in haar besluitvorming. Als de gemeenteraad vervolgens de vergunningen verleent, staat nog de beroepsfase bij de Raad van State open.
Omgevingsfonds
- Wat is het omgevingsfonds?
Naast een lokale energiecoöperatie, wordt er ook een omgevingsfonds opgericht. Zo kan het windproject direct bijdragen aan de gemeenschap. Dit fonds kan worden ingezet voor gemeenschapsprojecten zoals onderhoud aan het verenigingsgebouw van de voetbalvereniging, het financieren van een elektrische deelauto, of het versterken van een recreatiegebied. De leden van de lokale energiecoöperatie bepalen zelf hoe het geld lokaal besteed wordt.
- Hoeveel geld gaat naar het omgevingsfonds?
Per opgewekte MWh wordt er €0,50 gestort in het omgevingsfonds. Dat komt neer op ongeveer €10.000 per jaar, per windturbine.
Hinder
- Wat zijn de geluidsnormen voor windmolens?
In de geluidsnormen voor windmolens wordt uitgegaan van de zogenaamde Lden norm. Maximaal 47 dB Lden op de buitengevel jaargemiddeld. Het werkelijke jaargemiddelde geluidsniveau voor een woning op de normgrens ligt rond de 40 dB en het maximale geluidsniveau op de gevel op ongeveer 45 dB. De 47 dB Lden norm bevat zogenaamde ‘straffactoren’ voor de avond en nacht i.v.m. het dan doorgaans lagere omgevingsgeluid en is daarom op papier hoger.
- Neemt het geluid toe naarmate de windturbines groter zijn?
Het geluid van een hogere windturbine hoeft niet sterker te zijn dan het geluid van een lagere windturbine. Zeker de laatste jaren neemt de geluidsterkte niet meer toe met de hoogte van een windturbine, omdat turbinefabrikanten gericht zijn op het ontwerpen van steeds stillere windmolens.
Een hogere windturbine kun je wel van grotere afstand zien. We weten dat het zien van een windturbine zorgt dat je meer hinder ervaart. Daardoor kan het zijn dat je meer hinder hebt van een hogere windturbine. Bovendien kunnen hogere windturbines wind vangen, terwijl het op de grond windstil is. Als dat gebeurt is er geen achtergrondgeluid, waardoor er overlast kan zijn. De geluidbelasting wordt daarom berekend met gegevens over de wind op de ashoogte van windturbines.
- Hoe zit het met laagfrequent geluid (LFG) en windturbines?
Ondanks dat regelmatig anders wordt beweerd, hebben infrasoon geluid en Laag Frequent Geluid (LFG) geen andere effecten op mensen dan 'gewoon' geluid. LFG is in de omgeving hoorbaar en veroorzaakt een deel van de hinder. Dit geldt echter niet voor het (meest laagfrequente) infrasone geluid. Infrasoon geluid is voor mensen bijna nooit waarneembaar.
LFG draagt wel verder en wordt minder goed tegengehouden door muren en ramen, vergelijkbaar met de bassen van muziek die je binnen of ver weg nog kunt horen. Infrageluid kan dus heel ver komen (zelfs de wereld rondgaan) en dat is met gevoelige instrumenten goed te meten. Voor mensen is dat bijna nooit waarneembaar. Infrageluid en LFG is geen specifiek kenmerk van windturbinegeluid, maar zit in het geluidspectrum van allerlei geluidbronnen. Van gezondheidsklachten is de link met LFG niet met wetenschappelijk onderzoek bewezen: er zijn geen aanwijzingen dat LFG van windturbines andere effecten hebben op omwonenden dan gewoon geluid. Wij volgen het advies van RIVM en de daaruit volgende wetgeving.
- Zal ik last hebben van slagschaduw?
Wij begrijpen dat slagschaduw storend kan zijn. Een windmolen mag wettelijk niet meer dan 17 dagen per jaar 20 minuten slagschaduw veroorzaken. Daarna gaat de windmolen uit. Het duurt een paar slagen van de wieken om tot stilstand te komen.
Slagschaduw ontstaat vooral in de herfst en de lente als de zon laag staat. Dit veroorzaakt langere schaduwen. In de zomer staat de zon zo hoog dat de schaduw veel korter is.
De windmolens worden via een stilstandvoorziening uitgeschakeld wanneer (te vaak) slagschaduw optreedt op omliggende woningen. Wij kunnen in plaats van het hanteren van de norm, ook kiezen voor een instelling waarbij naar 0 uur slagschaduw per jaar wordt gestreefd. Dit geeft een beperking op de energieopbrengst in ruil voor meer zorg voor de omgeving.
- Hoe hard is het geluid van een windmolen?
Het geluid dat windturbines maken komt vooral door het bewegen van de wieken. Hoeveel geluid je hoort als je bij een windturbine staat, hangt van een aantal zaken af. Nieuwere windturbines maken minder geluid dan oudere modellen. En als het harder waait, maken de wieken meer geluid.
Het maakt daarnaast uit hoe dichtbij of ver af je staat. Ook het andere omgevingsgeluid heeft invloed op wat je hoort en ook de kenmerken van de omgeving. Een harde ondergrond in de omgeving van de turbine levert een hoger geluidniveau op dan een bijvoorbeeld een weiland. ’s Nachts als er minder omgevingsgeluid is, zul je een windturbine beter horen dan overdag.
Voor geluid geldt dat je het niet zomaar bij elkaar kunt optellen. Bijvoorbeeld: van twee stofzuigers die elk 60 dB geluid produceren, is het totale geluidsniveau 63 dB, en niet de som 120 dB van de beide afzonderlijke niveaus. Voor de maximale geluidsbelasting en slagschaduw op gevoelige objecten, zoals woningen, gelden er landelijke normen.
- Wat voor verlichting komt op de windmolens te staan?
De windturbines hebben lampjes die ’s nachts kunnen branden om vliegverkeer te waarschuwen voor de windturbines. We zorgen er met zogenaamde transpondertechnologie voor dat deze lampjes alleen aan gaan als er vliegverkeer in de buurt is wanneer het donker is.
- Zijn windmolens slecht voor mijn gezondheid?
In 2020 heeft het RIVM onderzoek gedaan naar wat bekend is over de gezondheidseffecten van windturbines. Uit dat onderzoek blijkt dat er een duidelijke relatie is tussen geluid van windturbines en hinder: hoe sterker het geluid (in dB decibel) van windturbines, des te groter de hinder ervan. Bij een deel van de omwonenden kan er dus hinder optreden, ook al voldoet het windpark aan de geluidsnormen.
Voor andere gezondheidseffecten zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek niet eenduidig: deze effecten hangen niet duidelijk samen met het geluidniveau, maar soms wel met de ervaren hinder. Zo hebben omwonenden minder hinder van het geluid van de windturbines als ze betrokken werden bij de plaatsing ervan. Ook geluidgevoeligheid, de houding ten opzichte van windturbines, visuele aspecten en economisch voordeel zijn factoren die de hinder mede kunnen beïnvloeden.
Windenergie
- Waarom zijn zonneparken of zonnepanelen op daken niet voldoende?
Zon en wind kunnen elkaar ondersteunen om voldoende energie op te wekken. Over het algemeen geldt dat het harder waait als de zon niet schijnt. Het verder realiseren van zonneparken en zonnepanelen op daken is overigens onderdeel van de Regionale Energiestrategie. Windenergie is echter ook gunstig vanwege de hoge opbrengst van energie, de continuïteit en de lage maatschappelijke kosten.
- Hoe zit het met windmolens die vaak stilstaan?
Windmolens draaien niet altijd. In vier gevallen komt het voor dat een of meerdere molens stil staan:
- bij een storing
- bij vereist onderhoud
- bij te weinig (of te veel) wind
- bij slagschaduw.
Bij een storing of bij onderhoud moet worden gezorgd dat de molens zo snel mogelijk weer kunnen draaien. Bij werkzaamheden aan de turbine worden de wieken stilgezet.
Over de windkracht hebben we helaas minder te zeggen: bij minder wind dan 2,5 m/sec. (windkracht 2) gaan de molens uit. De rotor van de molen staat op dat moment in een vrije stand en kan nog wel draaien. In ongeveer 20% van de tijd is dit het geval. Als het juist heel hard waait, meer dan 25 m/sec (windkracht 10), worden de turbines vanwege veiligheidsredenen stilgezet.
In het geval dat slagschaduw valt op de ramen van nabije woningen worden de molens automatisch stilgezet zodra ze de afgesproken norm voor slagschaduw overschrijden.
- Waarom plaatsen we de windturbines niet op zee?
Windenergie opwekken gebeurt in Nederland voor het grootste deel op zee. Hiervoor zijn ambitieuze doelen opgenomen in het Klimaatakkoord. Dat is niet genoeg om ons doel te halen. Daarom is in het Klimaatakkoord afgesproken, dat we ook op land grootschalig zonne- en windenergie gaan opwekken.